Paardrijden

Een leerling uit 4B leert paardrijden.
Ax doet dit in Manège Wimpelhof.

Foto’s binnenpiste

Het Wimpelhof is aangesloten bij de Vlaamse Liga Paardensport (VLP). Nu heet dit Paardensport Vlaanderen.

Heel benieuwd naar wat ze daar allemaal moet doen.
Stappen – draf rijden – galop rijden.
Ax kon het allemaal.
Maar eerst moest het paard opgezadeld worden.
En dat begin je met het paard mooi te borstelen.
Je hebt een band met het paard. Je wekt vertrouwen.
Dan zadel je het paard.
Soms maak je de hoeven ook vrij.
Nadien moet je het “bit” in de mond steken.
De teugels hangen dan al klaar.
Je gaat te voet naar de piste.
Daar stijg je op het paard.
Dan luister je aandachtig naar de oefeningen van de train(st)er.
Soms moet je van letter naar rijden (die staan op de muur).
Soms mag je alleen of per twee galop oefenen met de train(st)er.
Wat een fijne belevenis.

Allerlei wedstrijdoefeningen: voor de eerste keer goud.

Een paard opzadelen

Afzadelen

Beter leren paardrijden

Van privéles naar gewone les

Lichtrijden

Paardenpraat youtubekanaal

Alleen op een groot paard rijden

Benodigdheden paardrijden

Jeugdbieb Paarden
Schooltv Paarden
Wikikids Paarden
Spreekbeurten Paarden
KETNET/ KARREWIET over paarden

De grote paarden-quiz

“Paarden” in de Leuvense bib

SPREEKWOORDEN OVER “PAARDEN”

Een goed paard maakt nog geen goede ruiter. (Een goed resultaat hangt niet alleen af van de middelen die je hebt, maar ook van je vaardigheden.)
1. Die werkt als een paard, zal haver eten. (Hard werken betekent voor de meesten onder ons niet automatisch dat je een goed inkomen zult hebben.)
2. Ziekte komt te paard en gaat te voet. (Je kunt erg snel ziek worden, terwijl beter worden lang kan duren.)
3. Hier kan een blind paard geen schade aanrichten. (Er is hier niets van waarde.)
4. Oude paarden jaagt men aan de dijk. (Je wordt ontslagen als je je werk niet meer goed kunt doen.)
5. Men kan geen paard al lopende beslaan. (Neem de tijd om je dingen te doen.)
6. Op een blind paard wedden. (Kiezen voor iets waarvan je van tevoren weet dat het zal mislukken.)
7. Ik zoek het paard, maar ik zit erop. (Je zoekt naar iets wat heel dichtbij is.)
8. Hij loopt als een paard van een daalder. (Dit zeg je over iemand die hoogmoedig doet zonder dat daar reden toe is. Een paard van een daalder was een groot paard van speculaas dat een daalder kostte.)
9. Wie de teugel slap laat hangen, kan met een mak paard nog op hol raken. (Je moet altijd geconcentreerd blijven).